Binnen het ketenoverleg van het agrovoedingssysteem, bestaande uit het Algemeen Boerensyndicaat (ABS), Boerenbond (BB), BFA, COMEOS, FEVIA en Unizo, bestaan er verscheidene werkgroepen. Eén ervan is de werkgroep Duurzaamheid. Deze werd opgericht aangezien het systeem geconfronteerd wordt met zeer grote uitdagingen, en er in Vlaanderen een globale visie ontbrak over de ontwikkeling van een duurzamere agrovoedingsketen. Binnen de werkgroep tracht men een visie uit te werken over duurzaamheid en tracht men via projecten de ganse keten te verduurzamen. In 2013 heeft deze werkgroep het project transformatie op punt gesteld en werd het startschot ervan gegeven op 1 juni.
Het transformatieproject is een 2-jaar durend project dat gesteund wordt door minister Peeters en gesubsidieerd wordt door Agentschap ondernemen in het kader van ViA-nieuw industrieel beleid. ILVO verleent eveneens haar medewerking aan het project. Zij zullen instaan voor de duurzaamheidsanalyse van het ganse agrovoedingssysteem. Hierin wordt bekeken wat de huidige stand van zaken is omtrent de reeds genomen duurzaamheidsinitiatieven in de keten. Samen met een SWOT-analyse zal de duurzaamheidsanalyse horen te leiden tot een actieplan. In dit actieplan staan de stappen die in de toekomst nodig zijn om te evolueren naar een duurzame agrovoedingsketen vervat.
Op geregelde tijdstippen worden er stakeholderdialogen georganiseerd. Hiermee wil men inspraak van bedrijven mogelijk maken. Binnen het project heeft men een financiering voorzien voor vier duurzame praktijkprojecten, of action labs genoemd. De nadruk van deze action labs ligt op keten-overspannend, verduurzaming van meerdere schakels in de keten en het transformatieconcept dienen aanwezig te zijn. In totaal vroegen 17 kandidaten, waarvan twee getrokken door mengvoederbedrijven een financiering aan. Eén van de twee mengvoederbedrijven kreeg een financiering toegekend.
In 2016 en 2017 zal het transformatieproject verder gezet worden. Een transformatie is namelijk niet realiseerbaar op enkele jaren tijd. Tijdens het vervolgtraject wordt er de focus gelegd op de uitwerking ervan in de praktijk en meer bepaald op het engageren van bedrijven om duurzaamheidsprojecten op te starten. Een transformatie naar een duurzame agrovoedingsketen kan je namelijk vergelijken met een olievlek. In het begin zullen enkel de pionierbedrijven veel belang hechten aan duurzaamheid waarna ook andere bedrijven worden aangezet om duurzaamheidsacties uit te voeren. Deze zullen op hun beurt andere bedrijven aanzetten waardoor de olievlek steeds groter wordt en de transformatie na jaren inzet gerealiseerd kan worden.