Bemonsteringsplannen BFA

In het kader van voedselveiligheid werkte BFA een sectoraal bemonsteringsplan uit o.a. met als doel kwaliteitsvolle diervoeders te garanderen. In 2003 werd het allereerste plan gestart voor al onze leden, waaronder de controles werden opgenomen op ongewenste stoffen. Dit eerste plan was voornamelijk toegespitst op het niveau van de voedermiddelen en mengvoeders.

Al snel zag men het nut van dergelijk bemonsteringsplan in. Bovenstaande figuur geeft dan ook goed weer in welke mate het bemonsteringsplan door de jaren heen evolueerde en werd uitgebreid.

Sinds 2002 omvat de Belgische voedselveiligheidsstandaard (vanaf 2015 omgedoopt tot Feed Chain Alliance) eveneens de HACCP-principes (Hazard Analysis Critical Control Points). Dit betekent dat elke mengvoeder- en voormengselfabrikant een gevarenanalyse moet uitvoeren op de grondstoffen die in het productieproces worden gebruikt. Onder grondstoffen verstaan we voedermiddelen, toevoegingsmiddelen en voormengsels die door verschillende fabrikanten worden gebruikt en van gelijkaardig of eenzelfde oorsprong zijn. Bijgevolg zijn ook de potentiële gevaren gelijkaardig en daarom heeft BFA gekozen om de gevarenanalyse op sectorniveau uit te voeren, teneinde alle mogelijke gevaren bij het gebruik van grondstoffen voor het mengvoederproces in kaart te brengen.

Voordelen van het bemonsteringsplan:
   • contaminaties vroeger opsporen
   • proactief ingrijpen ter preventie van contaminaties
   • snelle opvolging bij overschrijdingen
   • kwaliteitsvolle grondstoffen garanderen
   • betere informatie naar de leden toe
   • eveneens mogelijkheid om individuele analyses uit te voeren (zowel voor leden als voor steunende leden)

De basis van het bemonsteringsplan wordt gevormd door de grondstoffeninventaris die de deelnemers jaarlijks dienen in te vullen. Op basis van de opgegeven tonnages bepaalt een automatisch systeem ad random het aantal stalen per grondstof die de deelnemer tijdens het jaar moet nemen.

Deze monsters worden op 3 niveaus genomen: (1) bij de grondstoffenleveranciers, (2) bij de inname van grondstoffen bij de mengvoederfabrikant (vòòr het mengproces) en ten slotte (3) bij de afgewerkte (mengvoeder)producten (na het mengproces).

Elke deelnemer kan vervolgens op zijn overzicht de stalen raadplegen die hij op jaarbasis dient te nemen, met vermelding van de te onderzoeken parameters (zware metalen, dioxines, mycotoxines,…) en het labo van bestemming. Hetzelfde geldt voor de analyseresultaten.

 

Europa prijst Belgische monitoring aan

Het Food and Veterinary Office (FVO) publiceerde in 2014 een rapport met betrekking tot de audit die in november 2013 plaatsvond in België. Doel hiervan was de maatregelen te evalueren die worden gehanteerd voor het identificeren van gevaren doorheen de voedselketen. De uitgevoerde controles, die ook op bedrijfsniveau plaatsvonden, waren voornamelijk gericht op (1) de HACCP-principes, (2) het toegepaste monitoringsysteem en (3) de traceerbaarheid. België kreeg een zeer positief rapport! BFA’s monitoringplan werd door de inspecteurs van het FVO zelfs beschreven als een stevig en doorgedreven controlesysteem. Lees hier meer details over het rapport.

Staalname Carrefour

Certificatie-instellingen kunnen ook in opdracht van Carrefour monsters nemen bij de leden. Toelating hiertoe wordt gegeven aan de hand van een verklaring die BFA heeft opgesteld en die door de OCI moet worden ondertekend.

 Verklaring voor monstername Carrefour

 

Sectoraal bemonsteringsplan
Bemonsteringsplan Export
Bemonsteringsplan Zink

Om informatie over het Sectoraal bemonsteringsplan in te winnen, klikt u hier.

Hier kan u meer te weten komen over het Bemonsteringsplan Export.

De details over het Bemonsterinsplan Zink, kan u hier lezen.

 

 
twitter |  Privacy Policy |  Disclaimer |