Driesporenbeleid

Bij de evaluatie van het MAP in 1998 stelde de overheid een driesporenbeleid voor om de mestoverschotten weg te werken: 
    • aanpak aan de bron (via afbouw veestapel en voedertechnische maatregelen, i.e. laag-nutriëntenconvenant): wegwerken van 25% van het mestoverschot 
     oordeelkundige bemesting: wegwerken van 25% van het mestoverschot
      mestverwerking: wegwerken van 50% van het mestoverschot

 

Convenant voor Laag-nutriëntenvoeders

Met de aanpak aan de bron als eerste pijler is het de bedoeling om via nutriëntenarme voeders de uitscheiding van mineralen in het milieu fors te doen verminderen.

In het kader hiervan ondertekende BFA in 1995 een laag-fosfor-voeder-convenant voor varkens- en pluimveevoeders met het toenmalige Ministerie van Landbouw. Mengvoederfabrikanten die het convenant hadden onderschreven dienden de maximumnormen van het convenant (die lager liggen dan de wettelijke normen) na te leven. Indien bleek dat ze dit niet naleefden, werden ze voor één jaar geschorst.

 

In 2003 werd de Mestbank (Vlaamse Gewest) bevoegd voor de controle op de naleving van dit Convenant. Sindsdien dient de fabrikant die het convenant onderschrijft per diercategorie (varken/pluimvee) minstens 4 monsters te laten nemen en te analyseren. De analyseresultaten hiervan worden jaarlijks geëvalueerd samen met de Mestbank.

Drie jaar later kwam er het laag-eiwit-voeders-convenant bij dat sinds 2007, samen met het laag-fosfor-voeder-convenant het convenant laag-nutriëntenvoeders vormt. Dit laatste werd ondertekend door BFA, het Vlaams Gewest en de Vereniging voor Zelfmengers tot 2014. Op 10 december 2014 werd de overeenkomst gesloten om verder te gaan met het laag-nutriëntenconvenant mits een kleine aanpassing in het P-gehalte voor vleesvarkensvoeder. Het huidige convenant loopt tot eind 2019.
 

Attesten 2018

 Attest convenant 2018

 

Sectoraal Preventieplan verpakkingen

Geïnteresseerd in het Sectoraal Preventieplan verpakkingen? Klik dan hier.

 

 
twitter |  Privacy Policy |  Disclaimer |